HERFST

HERFSTSEIZOEN

Net als sneeuw hebben in dit geval bladeren de paden en bosbodem bedekt. Het is Herfst! In de herfst heeft de natuur heel veel te bieden. Vooral de beuken en de Amerikaanse eiken kleuren en sommige dieren zijn nog druk bezig met het verzamelen van hun wintervoorraad. 

De rietgans

Anser fabalis

Vrijwel alle kleine rietganzen die broeden op de noordelijke eilanden, zoals Groenland overwinteren in Nederland. Ze zoeken hier dan grazige weilanden in een waterrijk open landschap. Ze zoeken hun voedsel namelijk in
natte zeggenmoerassen en zompige rivierdalen. Het voedsel bestaan dan uit gras, graswortels, bessen en zaden.

De rietgans is in het najaar in grote groepen te zien in Nederland. Voor het einde van december trekt een groot deel van de vogels weer door naar
België, om vervolgens weer door te trekken naar Spitsbergen.

Rietganzen hebben een kortere hals dan gewone bruine ganzensoorten. Verder hebben ze een korte snavel met roze vlek. Ook de poten
zijn roze. De kop is wat donkerder dan de rest van het lichaam. De bovenzijde van het lichaam heeft een blauwe waas, onderbroken door witte delen.

De adder

Vipera berus

De adder komt voor in vrijwel geheel Europa en delen van Azië. De adder is de enige giftige slang die ook voorkomt in België en Nederland.

De habitat van de adder bestaat over het algemeen uit vochtige omgeving met voldoende schuilplaatsen bestaande uit dichte vegetatie
met grote objecten zoals rotsen of holen van andere dieren. Hij is meestal bij het water te vinden. Vanwege het grote verspreidingsgebied zijn er veel plekken waar je de adder kunt aantreffen; open plekken in bossen, bosranden,
rotsachtige bergstreken, graslanden en heidegebieden.

Gedurende de zomer schuilt de adder op het heetst van de dag om oververhitting te voorkomen. De adder komt dan alleen 's ochtends en 's avonds tevoorschijn. In de lente en de herfst, wanneer de temperaturen optimaal zijn, komt de adder ook overdag tevoorschijn. In de winter is de
buitentemperatuur in het grootste gebied te laag om actief te zijn en houdt de adder een winterslaap.

De adder wordt ongeveer 50 tot 70 cm lang en is te herkennen aan de koperbruine tot rode ogen met verticale pupil. Verder heeft de adder een
zigzagpatroon op zijn rug, met donkere, bijna zwarte en lichtere bruine strepen.

De bunzing

Mustela putorius

De bunzing komt voor in allerlei verschillende landschapstypes met voldoende schuilmogelijkheden en water in de buurt. Dit kunnen oeverbegroeiingen, droge sloten, heggen, houtwallen, bosranden en akkerranden zijn. Het verspreidingsgebied van de bunzing omvat heel
Europa, behalve het noordelijke deel van Scandinavië, Griekenland en de eilanden in de Middellandse Zee. In Nederland komt de bunzing verspreid over het hele land voor, behalve op de Waddeneilanden. De bunzing is vooral's nachts actief. In de uren na zonsondergang en voor zonsopgang vertoont de bunzing de meeste activiteit. Dan gaat hij op jacht. Hij zoekt het gebied af naar holtes, nissen en holen.
Prooien worden bij verrassing besprongen. In de periode juni-september, wanneer de jongen nog niet zelfstandig zijn, worden bunzingen ook overdag gezien. De bunzing is zowel in de kale duinen te spotten als in de ganzenpoel.

De kleine wolfsklauw

Lycopodium tristachyum

De kleine wolfsklauw staat op de
Nederlandse rode lijst als ernstig bedreigd.

De kleine wolfsklauw heeft dichotome vertakking. Hij plant zich voort door middel van sporen. De plant heeft donkergroene, schubvormige bladeren, die kruiswijs tegenoverstaand langs de stengel staan.

Ze groeien vooral op voedselarme, kalkarme,
zure zandgrond. Dit zijn bijvoorbeel heide of ijle bossen. De kleine wolfsklauw verspreid zich vooral over Midden-Europa en het oosten van Noord-Amerika. De sporen zijn rijp in juli, augustus en september. De kleine wolfsklauw is vooral
te vinden op de kale duinen.

Gemaakt door leerlingen VWO 6 Stellingwerf College
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin